Op het eerste gezicht lijkt een handgehaakt nijlpaard een origineel, moeilijk te maken product, met als doel de baby te plezieren of te verrassen. Met behulp van eenvoudige patronen en beschrijvingen kan een gehaakt nijlpaard echter een echte aanwinst zijn voor een kinderkamer.

Welk garen kan ik het beste gebruiken voor een speelgoedje?
Breien vereist het gebruik van speciale garens met verschillende eigenschappen en toepassingsgebieden. Voor amigurumi is het raadzaam om de voorkeur te geven aan pluche garen. Polyamide en nylon zijn ook goede keuzes.
Aandacht! Meestal zijn speelgoedjes bedoeld voor kinderen. Daarom is het belangrijk om te zoeken naar een hypoallergene samenstelling die gemakkelijk wasbaar is.
Voordelen van pluche garen
Dit materiaal kan acryl, katoen of viscose zijn. Desondanks heeft elke pluche vezel de volgende voordelen:
- Een breed scala aan kleuren en tinten. Het palet is verkrijgbaar in alle winkels die gespecialiseerd zijn in handwerk.
- Ongeacht het patroon of ontwerp op het diagram, het resultaat ziet er harmonieus uit.
- De hoge dichtheid van de stof wordt gegarandeerd door de zachtheid en de textuur van het garen.
- Veelzijdig in gebruik. Dit materiaal is perfect voor het breien van kinderkleding, dekens en kussens.
- Lichtgewicht van het afgewerkte werk.
- Hypoallergeen. Pluche bevat geen natuurlijke wol, waardoor allergische reacties uitgesloten zijn.
- Het werk ziet er daardoor volumineuzer uit dan wanneer er ander garen wordt gebruikt.
- Bij het wassen in de machine of met de hand verliest het eindproduct zijn uiterlijk niet door uitrekken of krimpen.

Andere opties
Naast pluche garen zijn er nog een aantal andere texturen die gebruikt kunnen worden om een knuffel te maken of een masterclass te geven.
Polyamide
Het heeft een sterke, duurzame vezel. Tijdens het wassen is het bestand tegen niet alleen hoge temperaturen, maar ook tegen diverse chemische stoffen. Polyamideweefsels hebben een gemiddelde rekbaarheid, waardoor de vorm van het product behouden blijft, ongeacht de staat (droog of blootgesteld aan water). Voordelen zijn onder andere de eenvoudige verzorging. Belangrijke nadelen blijven echter de gevoeligheid voor elektrolyse, kleurverlies na verloop van tijd bij langdurige blootstelling aan licht en de aanwezigheid van een gunstige omgeving voor de ontwikkeling van micro-organismen.
Let op! Toch maken ambachtslieden bij hun werk veelvuldig gebruik van dit materiaal.
Nylon
Qua kwaliteitskenmerken komt het dicht in de buurt van polyamide, maar er is één duidelijk verschil: de textuur is speciaal ontwikkeld door DuPont en bestaat uit een geslaagde combinatie van zijde en nylon, waardoor elk product dat ervan wordt gemaakt aangenaam en zacht aanvoelt, maar de elektrolysegraad blijft vrij hoog.
Polyester
Een bekende synthetische samenstelling met een hoge luchtstroomgeleiding. Polyester artikelen houden warmte vast en speelgoed blijft lang warm. De fabrikant voegt vaak dierlijke wol, katoen of vlas toe aan de samenstelling om de duurzaamheid tijdens gebruik en de elasticiteit tijdens het wassen te vergroten.

Wat heb je nog meer nodig voor je werk?
Hoe haak je een nijlpaardfiguur? Voor deze haakles heb je het volgende nodig:
- Garen (1 pakje (streng). Voor klassiek breien - in één draad, voor dubbel breien - in twee.
- De haak is 3 mm dik.
- Vulstof voor Afrikaanse nijlpaarden.
- Ogen, een snuit voor de snuit (je kunt kant-en-klare plastic snuitjes kopen of donker garen gebruiken).
- Schaar.
- Lange naald voor het verbinden van kleine onderdelen.

Stap-voor-stap beschrijving van breien
Wanneer alles wat je nodig hebt klaar is, kun je doorgaan met het hoofdonderdeel: het breien zelf.
Hieronder worden de volgende afkortingen gebruikt:
- VP – luchtlus;
- BN – zonder garen over;
- SN – met een omslag;
- PP – lus vergroten;
- OMHOOG – afnemende st.


Hoofd en snuit
Dit gedeelte bestaat uit 36 rijen (r.), die doorlopend in een cirkel worden gebreid. Een nieuwe rij is een nieuwe cirkel, die begint met een losse (L) en eindigt met een halve vaste. De steken mogen niet te klein zijn – de haaknaald moet er gemakkelijk doorheen gaan om vervorming van de draden te voorkomen.
Er worden 11 luchtlussen gemaakt als een nulketting. De eerste lus wordt overgeslagen en vanaf de tweede begint het breien van de eerste drie rijen met BN-lussen. In totaal zouden er 40 lussen moeten zijn.
Rij 4: 1 PB, meerderlus (PL), 18 PB, PL, 19 zonder omslag. Totaal: 42 stuks.
Rij 5: de hele ketting is nu gebreid met BN (totaal aantal lussen – 42).
6 rijen: 6 BN, PP.
Rijen 7-12: Er worden 48 BN per rij gemaakt.
13e rij: 6 BN, 1 UP (42).
14 blz.: 42 BN.
15 p.: 5 BN, 1 UP (36).
16 blz.: 36 BN.
17 roebel: 4 BN, 1 UP (30 vasten).
18 roebel: 3 BN, (24 vasten).
19-21 p.: 24 BN.
22 roebel: 3 BN, 1 PP (30 BN).
23 roebel: 4 BN, 1 PP (36 BN).
24 roebel: 5 BN, 1 PP (42 BN).
26-30 p.: 42 BN.
31 roebel: 5 BN, 1 UP (36 BN).
32 roebel: 4 BN, 1 UP (30 BN).
33 roebel: 3 BN, 1 UP (24 BN).
34 roebel: 2 BN, 1 UP (18 BN).
35 roebel: 1 BN, 1 UP (12 BN).
Rij 36: minderen tot het gat dicht is.
Het hoofd is klaar.
Aandacht! De allereerste luchtlus is nul, het werk begint er nooit mee. In sommige gevallen worden er twee lussen overgeslagen als er een groot stuk gebreid wordt.

Torso
Een gehaakte nijlpaard, of beter gezegd de afzonderlijke onderdelen ervan, kan in verschillende tinten worden gemaakt: het lijfje kan in verschillende kleuren worden uitgevoerd en kan desgewenst bijvoorbeeld crèmekleurig zijn.
Rij 1: 6 BN worden tot een ring verbonden, zodat deze een langwerpige vorm krijgt.
2 rijen: 6 PP (totaal 12 BN).
Rij 3: 1 BN, meerderlus (AL). Resultaat: 11 BN.
4 roebel: 2 miljard, PP. Totaal - 24 p.
5 rijen: 3 BN, PP (30 st).
6e rij: 4 BN, PP (36 st).
7e rij: 5 BN, PP (42 st).
8 rijen: 6 BN, PP (48 st).
Rijen 9-11: 48 vasten.
In dit stadium is het toegestaan om de kleur van de draad te veranderen naar een donkerdere of lichtere tint. Zo'n verandering creëert een effect van extra volume.
12-14 r.: 48 vasten (BN).
Rijen 15-16: de gehele rij bestaat uit 48 BN.
17 p.: 6 BN, UP (totaal – 42).
18-20 p.: 42 BN.
21 p.: 5 BN, UP (36).
22-23 blz.: 36 BN.
24 blz.: 36 BN.
25 roebel: 4 BN, UP (30 BN).
26 blz.: 30 BN.
27-28 p.: 30 BN.
29 p.: 3 BN, UP (24).
Aandacht! Bij het naaien van het speeltje in de laatste fase is het belangrijk om een lange draad aan dit deel over te laten. Het is beter om het overtollige garen later af te knippen, dus het is niet de moeite waard om te bewaren.

Handgrepen
Als u in de vorige stap van tint moest wisselen, kunt u nu afwisselen (één rij in een lichte kleur, de andere in een donkere kleur) of de draden helemaal verwisselen.
1e rij: 6 BN worden in de ring gebreid, zoals in de vorige stap.
2 rijen: 6 PP (12 BN).
3 rijen: 1 BN, PP (18).
4 rijen: 2 BN, PP (24).
Rij 5: Vanaf de zijkant van de achterste halve lus haak je 24 vasten.
6-7 p.: 24 BN.
8 blz.: 24 BN.
9 roebel: 2 BN, UP (18 BN).
10 blz.: 18 BN.
11-12 p.: 18 BN.
13 roebel: 1 BN, UP (12 BN).
14-16 p.: 12 BN.
17-19 p.: 12 BN.
Rij 20: Dit is de laatste rij, dus de hengsels worden tot het einde gebreid door twee lussen in één te breien of door twee lussen in één te breien totdat de ring sluit.

Benen
Het werk dat "gehaakte nijlpaard" wordt genoemd, gaat verder. Poten of achterpoten kunnen ook broeken worden genoemd. Dit komt doordat ervaren ambachtslieden kunnen experimenteren met textuur en kleding voor kleine dieren kunnen maken.
1e rij: 6 BN opnieuw vastmaken aan de ring.
2 rijen: 6 PP (12 BN).
3 rijen: 1 BN, PP (18).
4 rijen: 2 BN, PP (24).
5 rijen: 3 BN, PP (30).
Rij 6: De haaknaald schuift achter de achterste halve lus door en er worden 30 vasten gemaakt.
7-9 p.: 30 BN.
10 roebel: 3 BN, UP (24 BN).
11-13 p.: 24 BN.
14 p.: 2 BN, UP (18).
Toer 15-17: 18 vasten.
18 p.: 1 BN, UP (12).
19-24 blz.: 12 BN.
Rij 25: net als in de vorige stap eindigt het breien door het aantal lussen te verminderen.
Let op! Er blijft ook een lange draad over, die nodig is bij het in elkaar zetten van het speelgoed.
Oren
Een gehaakt nijlpaard wordt nog mooier als je er oren van maakt die een beetje op kattenoren lijken.
Rij 1: 6 vasten worden in een ring gehaakt.
2 rijen: 6 PP (totaal – 12 BN).
3 rijen: 12 BN.
4 roebel: 1 BN, PP (18 BN).
Rij 5-6: 18 steken zonder omslag.
Om volume en vorm te creëren, kunt u 4 oortjes breien en deze vervolgens aan elkaar vastmaken door de randen met garen te breien met een gewone haaknaald of een vaste.
De gehaakte nijlpaard van pluche garen is bijna klaar! Nu kun je de vulling voor zo'n coole nijlpaard maken.

Het speelgoed in elkaar zetten
De MK loopt ten einde, en nu is het tijd om de nijlpaard in elkaar te zetten. Dit gebeurt in verschillende stappen:
- Verbind de kop van de nijlpaard voorzichtig met het lichaam, met behulp van het overgebleven garen en een naald.
- De armen en benen worden vastgenaaid.
- De oren zitten aan de kop vast en vormen een klein buisje.
- Het speeltje is voorzien van ogen en een neus. Alles is hier individueel: je kunt een kant-en-klare basis lijmen of een zwarte draad in twee lagen gebruiken om ogen en zelfs wimpers te naaien. Sommige ambachtsvrouwen breien neusgaten in een cirkel in twee rijen en naaien die ook aan de snuit.
Het gehaakte nijlpaard is helemaal klaar!

Het stapsgewijze schema biedt tegelijkertijd een eenvoudig en verrassend resultaat: een gehaakt nijlpaard. Experimenteren met het kleurenschema en regelmatig breien helpt bij het maken van nieuwe, onvergetelijke creaties!




