Een met breinaalden gebreid knuffelkonijntje is een heel lief en lief cadeau voor een geliefde, vooral voor een kind. Om zo'n speeltje te breien, moet je de basisbeginselen van het breien beheersen en geduld hebben. Zelfs een onervaren naaister kan zo'n prachtig konijntje breien.

- De voordelen van handgemaakt speelgoed
- Welk garen is beter om te gebruiken?
- Wat heb je nog meer nodig voor je werk?
- Hoe je een konijntje breit met breinaalden: een selectie masterclasses voor beginners
- Konijn met lange oren
- Kleine grappige konijntjes
- Lovebird Konijnen
- Konijntjes met gekleurde oren
- Hoe je kleding voor een konijn breit: breipatronen
De voordelen van handgemaakt speelgoed
Knuffels, zelfgebreid, onderscheiden zich door hun originaliteit en uniciteit. Gebreide dieren en poppen lijken de warmte van de handen die ze gemaakt hebben uit te stralen. Ze zien er heel teder en ontroerend uit, waardoor ze een prachtig, onvergetelijk cadeau zullen zijn voor een geliefde.
Elke naaister kan elk stuk speelgoed breien van hoogwaardig garen: een kat, een konijn, een hond, een teddybeer, een pop. De laatste jaren zijn de gebreide poppen "Tilda" en "Zhdun" erg populair geworden.
Het breien van speelgoed is niet de makkelijkste knutselactiviteit, maar met de tijd kun je het leren.

Welk garen is beter om te gebruiken?
Voor het breien heb je glad garen van gemiddelde dikte nodig. De ideale optie is pluche garen (ook wel marshmallow genoemd). Acryl en wol zijn ook prima.
Ter referentie! Als je een pluizig speeltje wilt maken, kun je de draadjes opfleuren met klittenband of een kammetje.
Acryl is de beste optie voor beginnende breisters. Ervaren breisters kunnen breien met katoen- of mohairgaren: de resultaten zijn prachtig, maar deze garens zijn lastig te verwerken.

Wat heb je nog meer nodig voor je werk?
Voor het breien van speelgoed heb je extra gereedschap en spullen nodig. Veelkleurige garen zijn altijd nodig om de snuit en andere versieringen te borduren.
Het is belangrijk om eenvoudig naaigaren voor te bereiden dat bij de kleur van het garen past.
Wat heb je nodig:
- breinaalden nr. 2,5 of nr. 3,
- naalden van verschillende lengtes,
- spelden,
- paperclips,
- schaar.

Hoe je een konijntje breit met breinaalden: een selectie masterclasses voor beginners
Vaardige handen kunnen met breinaalden een prachtig en eenvoudig speeltje als een haas breien: het schema en de beschrijving helpen beginnende naaisters bij deze taak.
Konijn met lange oren
Het langorige konijntje ziet er erg schattig uit. Niet alleen een ervaren, maar ook een beginnende handwerkster kan een konijntje met lange oren breien: de beschrijving is te vinden op het forum over handwerken.
Leerlingen staan te popelen om te leren hoe ze een haas met lange oren kunnen breien met breinaalden. Veel breilessen zijn hieraan gewijd. Er zijn veel originele methoden en technieken die je helpen om een schattig konijntje van garen te maken.
Materialen:
- pluche garen;
- breinaalden nr. 2,5;
- tandzijde;
- grote kralen voor ogen;
- holofiber of synthetische vulling voor vulling;
- naald en draad om te naaien.

Gebreid konijntje (masterclass):
- Zet 8 steken op.
- De tweede naald wordt gebreid met 8 averechte steken.
- Maak een randlus en doe dan de combinatie *voorste lus + meerdering (brei twee lussen vanuit één lus)*. Deze combinatie herhaal je tot het einde van de naald. De laatste lus moet vooraan zijn. Totaal 14 steken in de naald.
- In de vierde steek worden alle 14 lussen averecht gebreid.
- Randlus, dan *voorste steek + meerdering* (tot het einde). Eindig met nog 1 voorste steek. Totaal 26 steken.
- Alle 26 lussen zijn averecht.
- Alle lussen zijn gebreid.
- Maak hetzelfde aantal lussen averecht.
- In de negende rij weef je een rand P, en dan de combinatie *meerdering + 4 personen. P*, die je tot het einde van de rij herhaalt. Je krijgt dan 32 P.
- Brei dezelfde hoeveelheid (32 steken) averecht.
- Werk vervolgens met de voorkant. Brei hiervoor alle achterste rijen met achterste lussen en alle voorste rijen met voorste lussen. Op deze manier brei je van de 11e tot en met de 21e rij.
- In de 22e: rand + 11 lussen recht. A + mindering (2 lussen recht in 1) + 4 lussen recht. A + mindering + 12 lussen recht. A = 30 lussen.
- Dertig averechte steken.
- Voor de 24e: rand + 6 minderingen + 4 voorste st + 6 minderingen + 1 voorste st = 18 st.
- Brei 25–27 naalden in tricotsteek.
- In de 28e: rand P, en dan afnemen tot het einde van de rij. Totaal 15 lussen.
- Meet 20 cm garen af en knip het af. Rijg dit garen vervolgens door een naald en maak het gat dicht met de laatste 15 lussen. Vul het hoofd van het konijntje op met holofiber of synthetische vulling en naai het gat dicht.

Torso:
- De eerste rij bestaat uit 15 opzetsteken.
- Maak 15 averechte steken.
- Brei de randlus, en brei dan de combinatie *meerdering + 1 recht. P* (herhaal dit 14 keer). Je krijgt dan 29 P.
- Brei alle lussen van de vorige naald (29 stuks) averecht.
- Rijen 5 t/m 8 worden gebreid in tricotsteek.
- Maak in de 9e een combinatie van *7 personen. P + toename* (herhaal dit 2 keer). Maak vervolgens nog eens 1 personen. P en herhaal dezelfde combinatie nog twee keer. Het resultaat is 33 P.
- Tricotsteek – rijen 10–14.
- Voor de vijftiende: 15 personen. P + toename + 3 personen. P + toename + 15 personen. P = 35 P.
- Rijen 16–18 – tricotsteek.
- In de negentiende eeuw: 15 personen. P + afname + 3 personen. P + afname + 15 personen. P = 33 P.
- Rij 20–22 breien met tricotsteek: averecht of recht, afhankelijk van de manier waarop het breiwerk ligt.
- Voor de 23e: 13 breien averecht + mindering + 3 breien averecht + mindering + 13 breien averecht = 31 averecht.
- Vierentwintigste - averechte steken (31 st.).
- De combinatie *1 recht. A + mindering* wordt herhaald tot het einde van de naald. Totaal 21 A.
- In de 26e zijn alle lussen averecht.
- Maak in de 27e een randlus en brei dan de minderingen tot het einde. In totaal zijn er 11 P.
- Alle steken worden averecht gebreid in 28e.
- Vul het product met holofiber en naai het dicht.

Bovenbenen:
- Zet 6 steken op de breinaalden.
- In de tweede rij breit u 6 averechte lussen.
- Voor de derde: randlus + combinatie *vermeerdering + 1 persoon. P*. Deze combinatie wordt herhaald tot het einde van de rij en er 11 P zijn verkregen.
- Alle 11 lussen worden averecht gebreid.
- Rand + complexe combinatie *toename + 4 personen. P + toename + 1 persoon. P*. Herhaal de combinatie twee keer. Totaal 15 P.
- Brei 6–7 naalden met de voorkant.
- Maak in de achtste een combinatie van *1 persoon. P + afname*, wat drie keer wordt herhaald, en maak dan nog eens 6 personen. P. Het resultaat is 12 P.
- Rijen 9–11 – tricotsteek.
- Twaalfde: rand + toename + 9 personen. P + toename + 9 personen. P = 14 lussen.
- Tricotsteek – rijen 13 t/m 21.
- In de 22e: rand + 6 minderingen + 2 voorkant. P = 8 P.
- Acht averechte steken.
- Voor de 24e: rand + 3 minderingen + 1 voorpand. P. Vulling erin doen en vastnaaien.
Het verschil in de techniek voor het breien van de rechter- en linkerpoot is pas zichtbaar in de 8e rij. Bij het breien van de rechterpoot moet je eerst een combinatie maken en vervolgens 6 voorlussen maken. Bij het breien van de linkerpoot doe je alles andersom (eerst de voorlussen, dan de combinatie).

Benen:
- Verzamel 10 lussen.
- Brei de hele rij averecht.
- In de derde: rand en combinatie *vermeerderen + 1 persoon. P*. Voer deze combinatie tot het einde uit. Je krijgt 19 P.
- Brei de vierde naald alleen met averechte steken (19 st.).
- In de vijfde: rand + 1 recht. A + meerderen + 7 recht. A + meerderen + 1 recht. A + meerderen + 7 recht. A + meerderen + 2 recht. A = 23 lussen.
- Rij 6-7 worden gebreid in tricotsteek.
- In de 8e: maak een rand, dan 6 lussen. A en 4 minderingen. Brei dan nog 8 lussen. A. Totaal 19 lussen.
- Voor de 9e: rand + 5 averechte steken + 4 minderingen + 5 averechte steken = 15 steken.
- Tiende: rand + 5 recht. A + mindering + 7 recht. A = 14 A.
- Tricotsteek – rijen 11–13.
- In de 14e: rand + toename + 12 personen. P + toename + 1 persoon. P = 16 lussen.
- Brei nog 6-10 naalden op dezelfde manier. Doe dan de vulling erin en naai dicht.
Oren:
- Er zitten 10 lussen op de breinaalden.
- In de tweede: een randlus, en dan de combinatie *voor.P + buiten.P*. Dit wordt vier keer herhaald. De rij moet worden gesloten met een voorlus.
- Ten derde: rand P + *averechte P + voorpand P* (vier keer). De laatste lus moet een averechte zijn.
- Dit patroon, waarbij de voorste en achterste lussen elkaar afwisselen, heet "checkerboard". Je moet de oren van het konijntje met deze methode breien tot en met de 16e rij.
- Zeventiende: rand + voorkant + achterkant + voorkant + mindering + achterkant + voorkant + achterkant + voorkant = 9 st.
- Achttiende: rand + averecht + recht + averecht + minderen + averecht + recht + averecht = 8 steken.
- Negentiende: rand + voorkant + achterkant + mindering + voorkant + achterkant + voorkant = 7 st.
- Twintigste: rand + averecht + recht + minderen + recht + averecht = 6 st.
- In de 21e: rand + recht + minderen + averecht + recht = 5 st.
- Voor de 22e: rand + recht + minderen + recht = 4 st.
- In de 23e: rand + mindering + voorkant = 3 lussen.
- Voor de 24e: rand + afname = 2 lussen.
- In de 25e hoef je maar één afname te maken.
- Vul het product en sluit het gat.
- Zet de oren met spelden vast aan het hoofd en controleer of ze goed vastzitten. Naai ze vervolgens met draadjes aan het hoofd.

Kleine grappige konijntjes
Een charmant gebreid haasje wekt vreugde en genegenheid op bij iedereen die ernaar kijkt. Zo'n dier kan met een vrij eenvoudige techniek met breinaalden worden gebreid.
Het is het beste om acrylgaren in verschillende kleuren te gebruiken. Daarnaast heb je nodig:
- 4 dubbelpuntige breinaalden nr. 3;
- eenvoudige breinaalden nr. 2,5;
- flossdraadjes;
- kralen;
- witte naaigarens;
- naald.
Gebreid konijntje (masterclass):
- Begin bij het onderlichaam. Zet met wit garen 18 lussen tegelijk op op 2 breinaalden en brei de eerste rij met de gezichtslussen.
- Verdeel de resulterende 18 lussen over drie breinaalden. Brei vervolgens met de voorkant in het rond.
- In de tweede naald brei je 2 voorste lussen en maak je vervolgens een meerdering (we maken er twee uit één lus). Deze combinatie moet je vijf keer herhalen. Je krijgt dan 24 lussen (P).
- In de derde steek breit u 24 gewone voorste lussen (LF).
- In de vierde zal er een combinatie zijn: *3 LP + toename* (herhaal 5 keer) = 30 P.
- Brei de vijfde rij met 30 lussen.
- Voor de zesde: *4 LP + toename* (vijf keer) = 36 lussen.
- Van de 7e tot en met de 15e steek brei je 36 lussen in elk.
- Bevestig een gekleurde draad, zonder de vorige af te scheuren. Met deze draad van een andere kleur brei je nog 10 naalden tricotsteek (in elke naald 36 lussen, net als hiervoor).
- Van de 11e tot de 21e brei je een boordsteek: de eerste lus is de voorste, de tweede de achterste (die achter de achterwand wordt gebreid). Maak vervolgens de breidraad vast. De kraag van het pak moet naar achteren worden gevouwen.
- Trek de hoofdkleurdraad (wit) door de gekleurde stof en brei verder vanaf de laatste naald vóór het begin van het elastiek. Zet 36 lussen wit op drie breinaalden. Er komen 12 lussen op elke breinaalden.
- Brei 17 naalden in tricotsteek.
- In de 18e combinatie: *4 LP + afname (2 lussen in één)*. Herhaal dit 5 keer. Totaal 30 P.
- Voor de 19e: *1 LP + mindering + 3 LP + mindering* (vijf keer). Weef vervolgens nog 2 LP's. Totaal 24 P.
- In de twintigste: *2 LP + afname* (vijf keer) = 18 P.
- Voor de 21e: *afname + 1 LP* (5 keer) = 12 P.
- In de 22e: zes minderingen. Bevestig de draden en vul het product met vulling. Sluit de opening.
- Boven de kraag moet je een lijn naaien om de nek van de haas te markeren. Hiervoor heb je dun maar sterk wit garen nodig. Naai met een rijgsteek en trek aan.

Oren:
- Zet 6 steken tegelijk op twee naalden.
- Brei 25 naalden met een boordsteek.
- Laat een draaduiteinde van 10 cm over.
- Haal het werkstuk van de breinaalden en draai de onderkant vast.
- Trek het uiteinde van de draad door het hele oor. Je krijgt sterke, rechtopstaande oren.
Poten:
- Neem het garen waarmee u het pak hebt gebreid en zet 5 steken op beide breinaalden.
- Brei 5 naalden met een boordsteek.
- Hecht wit garen aan en brei nog 4 naalden op dezelfde manier.
- Haal het werkstuk van de breinaalden en trek het uiteinde van de draad erdoorheen.
- De pijpen worden op dezelfde manier gebreid: zet 5 lussen op met wit garen en brei 12 naalden. Haal vervolgens het werkstuk eruit en trek de draad erdoorheen.
Staart:
- Zet 7 steken op met wit garen en brei in tricotsteek.
- Rijg het uiteinde van de draad door een naald met een groot oog en trek het hele uiteinde samen met een steek over de rand.
- Het uiteinde van de draad gaat in de staart. Je zou een klein rond balletje moeten krijgen.
Naai de oren aan het hoofd, zodat ze niet bovenop het hoofd zitten, maar iets dichter bij de achterkant. De poten moeten loodrecht op het lichaam worden bevestigd, in lijn met de oren. Naai de poten horizontaal, zodat het konijn erop kan zitten. Het speeltje moet stevig zijn, zodat het lang op tafel kan staan. Tot slot naaien we de staart vast en versieren we de snuit.
Ter referentie! De roze neus kan worden geborduurd met borduurgaren, waarbij de steken in verschillende lagen worden gemaakt zodat de neus bol wordt.

Lovebird Konijnen
Deze tedere, kussende tortelduifjes zien er zo schattig uit. Je hebt Trinity-garen nodig, dat half wol en half acryl is. Je hebt ook het volgende nodig:
- breinaalden nr. 2,5;
- rood en zwart garen;
- draden van dezelfde kleur als het garen;
- blauwe en roze satijnen linten;
- synthetische vulling voor vulling;
- spelden;
- naald.

MK over breien:
- Maak 27 lussen en brei 34 naalden tricotsteek.
- Het voltooide vierkant moet gestoomd worden, dubbelgevouwen worden en het midden gemarkeerd worden met een speld.
- Langs deze centrale lijn naai je de stof vanaf één kant aan elkaar met steken met de naald naar voren. Trek de draad strak aan en naai nog 2-3 afhechtsteken.
- Gebruik een naald om vanaf de middelste naad een naad naar de bovenrand te naaien, zodat er een gelijkbenige driehoek ontstaat.
- Vouw deze driehoek dubbel en zet het mooie konijnenoor vast met een paar steken.
- Herhaal hetzelfde met de andere helft van de stof: naai een lijn van de middelste naad naar de bovenrand. Je krijgt een tweede gelijkbenige driehoek. Vouw deze dubbel en naai dicht. Controleer of de oren gelijk zijn.
- Trek de draad door de middelste naad: er ontstaat een konijnenkop die verandert in een nek.
- Plaats de synthetische vulling in het hoofd van het konijntje en naai deze dicht.
- Naai de oren dicht, maar vul ze niet met watten.
- Keer het deel van de stof dat onder het hoofd overblijft binnenstebuiten en naai het vast met een sterke naad.
- Draai het dan weer om en vul het goed op met polyester vulling.
- Naai het figuurtje van onderen aan, trek het goed aan en zet het vast met steken.
- Borduur de ogen en de snuit. Knoop een satijnen lint om de nek.
Het tweede konijntje wordt op dezelfde manier gebreid. Laat het eerste konijntje een jongen zijn, dus we knopen er een blauw lintje omheen. Het tweede konijntje wordt een meisje met een roze lintje.
Als het tweede konijntje klaar is, moet je hun mondjes breien, waarna ze een kusje zullen geven. Zelfs een kind kan dit simpele speeltje zelf breien. Je krijgt superlieve konijntjes, een geweldig cadeau.

Konijntjes met gekleurde oren
Een schattig konijntje met veelkleurige oren zal kinderen en volwassenen veel plezier bezorgen. Om zo'n figuur te breien, heb je meerdere bollen garen in verschillende kleuren nodig.
Het lijfje moet gebreid worden op 4 dubbelpuntige naalden en de oren op twee enkele naalden. De poten hoeven helemaal niet gebreid te worden: de draad wordt strak om een harde draad gewonden. Het hele lijfje wordt gebreid met een tricotsteek, en alleen de oren worden gebreid met een tricotsteek (alle lussen worden recht gebreid).
Wat u moet voorbereiden:
- 4 sokkenbreinaalden nr. 3;
- 2 enkele breinaalden;
- wit en gekleurd garen;
- lange naald;
- haak;
- gewone lichtgekleurde draden;
- 2 kralen of knopen als ogen;
- watten, polyester vulling of holofiber;
- koperdraad met een diameter van 2-3 mm;
- tang;
- paperclip;
- kniptangen;
- polymeerlijm "Dragon";
- kam of klittenband.
Voor de zekerheid heeft u een potlood of stift nodig, en ook borduurgaren.

Gebreid konijntje - gedetailleerde masterclass:
- Verzamel 9 lussen en plaats ze gelijkmatig op 3 breinaalden. Zet het begin van de rij vast met een paperclip of markeer de draad met een viltstift.
- Maak in de eerste rij een meerdering - brei 2 nieuwe voorste lussen in één lus van de vorige rij (één voor de voorwand en de tweede voor de achterwand). Na de meerdering brei je nog 2 voorste lussen. Herhaal deze combinatie drie keer tot in totaal 12 lussen (P).
- De tweede is een combinatie van: *vermeerderen + 1 lus*. Herhaal dit 6 keer. Je zou 18 P moeten krijgen.
- Combinatie voor de derde rij: *meerdere + 2 rechte steken* (zes keer) = 24 steken.
- In het vierde geval: *toename + 3 personen. P* (zes keer) = 30 P.
- Van de 5e tot en met de 19e naald brei je 15 naalden, die elk uit dertig lussen bestaan.
- Maak in de 20e een mindering: brei 2 voorste lussen samen tot één lus. Herhaal dit breiwerk 15 keer tot vijftien lussen.
- Rij 21-23 moeten met de voorkant gebreid worden. Elke rij heeft 15 lussen. Dit wordt de nek van het konijntje.
- In de 24e weef je de combinatie: *vermeerdering + 4 personen. P* (3 keer) = 18 P.
- Rijen 25–34 – 18 lussen in elk.
- Voor de 35e: *mindering + 1 rechte steek* (6 keer) = 12 steken.
- In 36e: 6 afnames (6 P).
- Vul het speeltje met watten, holofiber of synthetische vulling en sluit het gat af.
- Wikkel een draad garen van dezelfde kleur om de hals van het speeltje en trek het strak.
- Gebruik klittenband of een kam om de stof te kammen, zodat het konijntje pluizig wordt.
- Naai kralen aan het gezicht en borduur het.
- Maak met een andere kleur garen een Franse knoop aan de onderkant van het speeltje. Dit is de staart van het konijntje.

Neus:
- Neem garen van een andere kleur en brei de neus van het konijntje apart. Zet 12 steken op en verdeel ze over 3 sokkennaalden. Brei in het rond.
- Brei de eerste en tweede rij met de voorkant mee: 12 lussen in elke rij.
- De derde bestaat uit een combinatie van: *mindering + 2 recht. P* (drie keer) = 9 P.
- In de vierde lus weef je 9 voorste lussen. Maak de draden vast.
- Naai de neus aan de snuit.

Gekleurde oren:
- Je hebt gekleurd garen en twee eenvoudige breinaalden nodig. Brei in tricotsteek.
- Plaats de breinaald horizontaal op de bovenkant van de figuur en brei 4 lussen vanaf de witte draad van deze top. Neem vervolgens een draad van een andere kleur en brei nog eens 4 voorste lussen vanaf deze basis.
- Brei de tweede rij opnieuw, maar nu met vier lussen aan de voorkant.
- In de derde: toename + 2 personen. P + toename = 6 P.
- Van de 4e tot de 11e brei je tricotsteek, met 6 lussen in elke steek.
- Twaalfde: toename + 4 personen. P + toename = 8 P.
- Rijen 13-41 worden op exact dezelfde manier gebreid (elk van deze rijen heeft 8 lussen).
- Verwijder in de 42e een lus, brei vervolgens 4 steken recht en maak een mindering. Totaal 7 steken.
- Voor de 43e: haal 1 steek af, dan 4 rechte steken + mindering = 6 rechte steken.
- In de vierenveertigste: verwijder de eerste lus, dan 3 personen. + afname = 5 P.
- In de 45e: 1 P weghalen, 3 P breien en 4 P minderen.
- Voor de 46e: verwijder 1 lus, brei 2 lussen en minder = 3 P.
- In de 47e, verwijder de eerste lus en verminder (2 P).
- In de 48ste is er slechts één afname (één lus).

Hoe maak je poten:
- Je hebt draad nodig. Knip een stuk van 14 cm af. Dit zijn de armen (bovenpoten).
- Knip vervolgens het tweede stuk af, 21 cm lang. Dit zijn de poten.
- Haal beide draden door het gebreide lichaam en draai de uiteinden met een tang om elkaar heen.
- Bedek de draad met lijm.
- Wikkel meerdere lagen garen strak om het draad.
- Maak de draden vast met een dubbele knoop en werk de uiteinden af.

Hoe je kleding voor een konijn breit: breipatronen
Er zijn speeltjes die al gebreid zijn en aangekleed zijn. Maar meestal heeft een gebreid konijntje kleding nodig. Van garen in een andere kleur kun je elk pakje maken: een jurk, een broek, een overall, een jas, een trui, een muts, enzovoort.
Jurk voor een konijn (breiles):
- De jurk is gebreid met eenvoudige breinaalden nr. 2.75 en blauw, wit en rood garen. Je begint bij de zoom. Zet 62 lussen op met blauw garen.
- Brei 2 naalden tricotsteek.
- De volgende 26 rijen worden gebreid met de voorkant. Hier moet je de veelkleurige draden afwisselen: elke rij wordt in één kleur gebreid. De eerste rij wordt gebreid met witte draden, de tweede met blauwe, enzovoort.
- Begin bij de 27e en ga weer terug naar de rode draad. Maak één voorste lus en brei dan een mindering tot het einde. Aan het einde moet je nog een voorste lus maken. Totaal 32 steken.
- Naald 28 recht breien met averechte steken.
- In de 29e: 6 LP + afname = 7 P. Dan moet je het product omdraaien.
- Brei de dertigste naald averecht.
- Voor 31e: 5 LP + afname = 6 P.
- In 32: alleen averecht breien.
- Voor de 33e: breien.
- De laatste 34e - allemaal averecht. Haal het breiwerk aan en trek de draad strak.
- Alle handelingen, beginnend bij de 27e rij, moeten aan de andere kanten van het bovenste deel van de jurk worden herhaald, zodat het één geheel wordt.
Het mutsje van het konijntje kan op rondbreinaalden gebreid worden, waarbij je afwisselend averechte steken en omslagen gebruikt.

Een schattig konijntje gebreid met naalden zal kinderen en volwassenen veel plezier bezorgen. Het breien helpt de zenuwen te kalmeren en verbetert de stemming. Met behulp van garen en breinaalden kun je prachtige meesterwerken van handwerk maken. Delicate knuffels geven het hele gezin een gevoel van zorg en liefde.




